Een steentje van niks
Niet lang geleden is er in het zuiden van Duitsland, in een van de grotten van de Schwabische Alpen, een steentje gevonden. Het was een vies steentje van niks, dat werd opgeraapt door een student, die deel uitmaakte van een groep archeologen onder leiding van Nicolas Conard. Pas na spoelen met water, bleken er meerdere geschilderde stipjes op te staan. Het is niet bekend wat die stipjes moeten voorstellen, maar ze zouden gemaakt kunnen zijn met behulp van een takje van een hazelaar, gedoopt in een mengsel van hematiet en kalkrijke waterdruppels uit de grot. De stipjes zouden 15.000 jaren geleden gemaakt zijn.
Er worden al lange tijd allerlei bijzondere vondsten gedaan in die grotten, die er op duiden dat in dit deel van Europa Homo sapiens al heel vroeg kunstzinnige neigingen had. Sterker zelfs, het is in deze grotten dat de oudste kunstzinnige zaken zijn gevonden die ooit door Homo sapiens zijn gemaakt, wel 36.000 jaren geleden, zoals de Venus van Hohle Fels. Maar de wereld is groot, er worden wel meer kunstzinnige uitingen van mensen gevonden, zoals grotschilderingen in Afrika. Hoe moet men de gevonden stipjes en andere kunstuitingen interpreteren? Hoe verhouden al deze zaken zich tot elkaar?
Stipjes als uiting van zelfbewustzijn
Diametheus geeft in zijn boek “Geagonia, de biobijbel volgens Diametheus” aan hoe men een dergelijk bericht, als hierboven aangegeven, in een groter kader kan zien. Diametheus legt namelijk in hoofdstuk 9 van zijn boek uit hoe Homo sapiens zich ontwikkeld heeft vanaf honderdduizenden jaren her tot in onze tijd. Daarbij blijkt dat Homo sapiens rond 42.000 jaar geleden zich Europa in begeeft en daar Neanderthalers tegenkomt. Het is een stelling van Diametheus dat het met name is door de ontmoetingen tussen Neanderthalers en Homo sapiens, dat deze laatste bewust is geworden van zichzelf. En dit mede ook doordat Homo sapiens al erg goed gebruik kon maken van woorden. Diametheus verklaart in detail hoe in zijn voorstelling van zaken Homo sapiens een explosie aan creativiteit kon laten zien, die nergens anders in de wereld zo ver terug in de tijd is aangetroffen, niet in Afrika, niet in Azië en niet in de beide Amerika’s. Het was in Europa, dat de mens zelfbewust is geworden. Waar precies in Europa, dat staat niet vast. Mogelijkerwijze in het zuiden van Frankrijk, in de vallei van de Dordogne en de Vézere, of anders nog op de Krim. Maar Diametheus houdt terdege rekening met de mogelijkheid dat de Schwabische Alp de plaats is waar de zelbewustwording van de mens zich voor het eerst heeft voorgedaan. Deze zelfbewustwording heeft vérgaande consequenties voor de verdere ontwikkeling van de mensheid. En ook over deze consequenties brainstormt Diametheus verder in zijn boek, consequenties die tot in onze dagen doordreunen …. (stipjes)