In het tijdschrift Science van 20 December staat een artikel over Neanderthalers. In het noorden van Spanje, in een grot met de naam El Sidrón, is een massagraf gevonden van negenenveertigduizend jaar oud. Ann Gibson beschrijft in haar artikel hoe de restanten van twaalf Neanderthalers, zowel kinderen, vrouwen als mannen, voldoende DNA bevatten om de verwantschap aan te tonen tussen deze individuen. Gebleken is dat zes mannelijke individuen alle afstammen van één vrouw, dat drie vrouwen alle beduidend verschillend DNA hebben en dat drie kinderen, van wie één puber, één peuter en één baby dezelfde moeder hebben. Geconcludeerd wordt dat alle twaalf individuen één familie vormen, dat de familieband er een is van mannen en dat het de vrouwen zijn die worden uitgewisseld tussen stammen van Neanderthalers. Ook in onze tijd is dit de gebruikelijke gang van zaken bij de meeste gemeenschappen van jagers -verzamelaars.
Neanderthalers waren kannibalen
Echter, uit deze vondst wordt ook nog een conclusie van geheel andere aard getrokken. Omdat alle botten in één grot zijn gevonden en alle zijn opengebroken om het merg eruit te eten, zoals wij in onze tijd nog doen met runder mergpijpjes, wordt geconcludeerd dat de hele familie op één dag is vermoord, geslacht en opgegeten door andere Neanderthalers. Neanderthalers waren dus kannibalen.
Diametheus beschrijft in hoofdstuk 9 van zijn boek hoe voorouders van de Neanderthaler in Europa zijn gekomen en hoe deze voorouders zich hebben ontwikkeld tot Neanderthalers. Bovendien beschrijft Diametheus hoe, duizenden jaren na bovenstaande gebeurtenis, het niet anders kon gebeuren of deze Neanderthalers moesten wel de nieuwkomer Cromagnon tegenkomen, die pas rond tweeënveertigduizend jaar geleden in Europa aankwam. Diametheus suggereert in zijn boek hoe uit de ontmoetingen tussen Neanderthalers en Cromagnons spannende verhalen zijn voortgekomen, die nog tot op de dag van vandaag worden verteld.